Alles maar dan ook echt alles is mogelijk in de boekenserie ‘De Waanzinnige Boomhut‘. Chaotisch, avontuurlijk, leerzaam, grappig en fantasierijk. Het tiende boek van de Australische schrijvers Andy Griffiths en Terry Denton is onlangs uitgekomen: De waanzinnige boomhut van 130 verdiepingen. Vayèn (7) mocht hem lezen en dat is aan haar wel besteed, want alle vorige delen van De Waanzinnige Boomhut-serie werden de afgelopen tijd al vol enthousiasme verslonden. En zij is lang niet de enige. De boekenserie won al drie keer een prijs van de Nederlandse kinderjury en is mateloos populair.
Andy en Terry zijn beste vrienden, ze wonen en werken in hun boomhut. Wat doen ze heel de dag? Naast hachelijke avonturen beleven , schrijven ze (net zoals de echte Andy en Terry) boeken. Die gaan niet alleen over de boomhut, maar bevatten ook andere titels zoals: ‘Blaffy de blaffende hond”, “De dikke vette KOE zegt KABOEM” en “Het waanzinnige boek over de Billosaurus”.
De boomhut waar de twee jongens in wonen begon ooit met dertien verdiepingen. En in elk boek wordt de boomhut uitgebreid met 13 nieuwe verdiepingen. Inmiddels telt het gevaarte 130 verdiepingen. En op die nieuwe verdiepingen vindt je onder andere een zeepbellenblazer, een non-stop-stippenverdieping, de grijpinator en een buitenaards observatiestation. Je hoort het al, niets is te gek voor Andy en Terry en aan fantasie geen gebrek. Als je van één ding zeker kan zijn in de boeken van Griffith en Denton is dat de twee hoofdpersonages knotsgekke, hilarische avonturen beleven.
In De waanzinnige boomhut van 130 verdiepingen worden Andy en Terry bijvoorbeeld naar de ruimte ontvoerd door een gigantische, vliegende oogbol. Daar moeten ze een planeet redden van een modderslurpende moeraspad. En oh ja, ondertussen moeten ze ook nog een boek schrijven want anders wordt uitgever Meneer Grootneus woedend. De boeken zijn geschikt voor kinderen vanaf 8 jaar. Vayèn leest de boeken nu zelf, maar ik heb ze – toen ze nog jonger was – aan haar voorgelezen. Ze vindt Andy en Terry hilarisch en geniet volop van de absurde avonturen die de jongens beleven.
Het boek met ruim 300 pagina’s lijkt een heel dikke pil. Maar er staan heel veel tekeningen in. Misschien is boek niet eens de juiste beschrijving en zou je het eerder een stripverhaal moeten noemen. Naar de tekeningen kan je lang blijven kijken. Ze zijn erg gedetailleerd en je ontdekt telkens weer iets nieuws. Het woordgebruik is wel wat uitdagend. Er staan woorden in als intergalactisch, observatiestation of reuzenjongleeroctopus. Ondanks de moeilijke woorden, begreep Vayèn wel de strekking van De waanzinnige boomhut van 130 verdiepingel. Het staat het leesplezier zeker niet in de weg en zorgt er mogelijk wel voor dat de woordenschat wordt uitgebreid. Al vraag ik me wel af wanneer je reuzenjongleeroctopus in het dagelijks leven zal gebruiken, hahaha.
Voor de liefhebbers trouwens nog goed nieuws; volgend jaar komt er een nieuw boek in de de waanzinnige boomhut-serie uit. Natuurlijk weer met 13 nieuwe verdiepingen en…. minstens net zoveel hilarische avonturen.
Meer lezen met Vayèn en Karlijn? Lees de recensie van Hilda en de grote parade